maandag 1 maart 2010

Frank gaat stappen

Austin staat bekend om zijn uitgaansleven, vooral voor liefhebbers van live muziek. Daar ik er daarvan ook een ben, kon ik niet wachten dit eens aan een nader onderzoek te onderwerpen. Vol goede moed toog ik derhalve rond een uur of zes naar de bushalte. Aangekomen op 6th Street, was het eerst tijd voor een flinke burger. Ik zocht een restaurant uit, nam plaats op een stoel vanwaar je de tent goed kon overzien, bestelde vervolgens een Argentijns biertje en een Mexicaase burger. Hoe cosmopolitisch kun je zijn, nietwaar. Terwijl ik wachtte en van het biertje genoot (best lekker), keek ik eens rond naar wat er zoal rondliep in de zaak. Het personeel bestond uit zeer vriendelijke jonge meisjes, allemaal voorzien van opvallende tatouages. Ook de gasten aan de bar zagen eruit als types, die je in Amsterdam in discotheek Korsakoff nog wel ziet of in sommige obscure cafés op de Wallen. De muziek was er ook naar. Mijn burger (ook best lekker) at ik op al luisterend naar nummers van bands als Motörhead, Slayer and Sepeltura. Thuis toch ook eens proberen. Dit beloofde dus een ouderwetse rocknacht te worden. Aangezien de kroeg een hele lijst had met Latijns-Amerikaanse biertjes, probeerde ik nog een flesje uit Guatamala. Deze luitjes bleken minder goed in brouwen dan de Argentijnen. Hierna verliet ik het etablissement op zoek naar de befaamde scene. Het was nog vrij vroeg, maar uit verschillende uitspanningen klonk reeds live gespeelde country en andere soorten van lawaai. Ik koos er een uit en zette me aan de toog. Er was inderdaad een bandje aan het spelen. De gitaristen hadden een draadloze elektrische gitaar waarmee ze door de zaak liepen en zelfs voor de tafeltjes stilhielden om de aanwezige gasten een extra te verwennen. Ik rook sigarettenlucht, hetgeen me bevreemdde omdat je in Austin (in tegenstelling tot het nabijgelegen San Antonio) nergens binnen een sigaret mag opsteken. Wellicht was deze recalcitrantie wel onderdeel van het leven hier. Dit bleek echter anders. De kroeg had gewoon een gedeelte waar je wél mocht paffen en vandaaruit kon je de band nog zien ook. Ze kwamen daar gelukkig echter niet voor je neus staan scheuren op hun gitaren, maar er wel langs met de fooienpot. Na een half uur had ik het wel weer gezien en ging op zoek naar een volgende tent. Op straat was inmiddels een hoop volk op de been. Later in de avond werd dit zelfs zoveel dat de weg werd afgezet en je dus Kauninginnenach-achtige toestanden kreeg. Alleen dan zonder Oranjekleurige outfits en bier drinken op straat mag nu eenmaal niet in de VS. Grappig was dat inmddels uit werkelijk elk café live gespeelde muziek klonk. Het was op straat dan ook een ware kakafonie van geluid, waarbij het niet langer vast te stellen viel welke muziek uit welke tent kwam. Ik stapte willekeurig een andere toko binnen en bestelde een biertje uit Californië. Achter de toog werkten een alternativo met een staart en twee meisjes met bijzonder grote tieten. Verder stond er een band op het punt te beginnen. Op het moment dat zij het eerste nummer inzetten, deed niemand achter de bar enige moeite de CD af te zetten, waardoor je een mix kreeg van blues en een nummer van U2. Of het moet de alternativo zijn geweest die over de muziek ging, maar die stond net even buiten een sigaretje te roken. Als snel raakte ik aan de babbel met een dame en heer naast me. Het bleek een stelletje te zijn, alhoewel ze het kwartier daarvoor alleen maar bezig waren met hun Blackberry en IPhone. Wellicht hoort dit bij een moderne relatie. In de 21ste eeuw gaat het mobieltje nu eenmaal voor alles. De mannelijke helft trakteerde mij op een paar 'shots', die hij per se beide wilde betalen. Een shot is een glaasje sterke drank, dat in één keer achterover gekieperd dient te worden. Zo'n drankje drinkt je niet alleen, zijn vriendin had er blijkbaar geen zin in, maar gelukkig had hij mij. We namen shots Jägermeister, de meest populaire. Vandaar dat veel kroegen inmiddels beschikken over een prachtig apparaat: de Jägermeistertap. Korte tijd later werden Brian en Audrey het café uitgezet, aangezien hij opmerkingen begon de maken over de borstomvang van de meisjes en dit door het dienstdoend personeel niet op prijs werd gesteld. Ik mocht blijven, waarschijnlijk wegens mijn befaamde vriendelijke uitstraling. Het bandje speelde wel leuk (en de CD was inmiddels afgezet), dus ik bestelde nog een biertje uit Texas. De lege plek naaste me werd al snel ingenomen door een type met een flesje Corona. Deze man nodigde mij al vrij snel uit om met hem mee te gaan naar een tent waar vrouwen voor je op tafel dansen. Hier had ik echter geen zin in. Ik hou namelijk niet van dat soort gedoe en daarbij was die kerel stomdronken. Dit benadrukte hij even later zelf door van zijn barkruk af te donderen. Ook hij mocht vertrekken. Ik trof het dus weer. Hierna peerde ik hem ook maar, wie weet wat hier nog meer zou kunnen gaan voorvallen. Ik stak derhalve de straat over en wandelde naar een barkruk in de volgende kroeg. Hier had ik het al snel gezien. Aan de bar zaten allerlei figuren met rooie koppen, die zo uit de diepe provincie van Texas leken te zijn aangevoerd. Achter de toog stonden namelijk een paar meisjes met alleen het bovenstukje van hun bikini aan (afgezien dan van de spijkerbroek). Het schijnt hier toch wel een beetje het Oudezijds Achterburgwal van Texas te zijn. Verder bleken ze geen live muziek te hebben. Een paar panden verderop was dit echter wel het geval. Er speelde een kerel met behoorlijk overgewicht en een doek om zijn hoofd op een gitaar. Ongeveer zo'n type, dat je verwacht op een Harley-Davidson. Buiten zocht ik nog even naar dat ding, maar blijkbaar was hij ook met de bus. Niet onverstandig, de beste man nam namelijk na elke nummer een nieuw biertje. In het café was het een drukte van jewelste. Een koppel uit Arizona (dat ik latere dagen nog vaker zou zien in de horeca), ging helemaal uit zijn dak bij de muziek van de Harleyrijder. Hij was hier voor een congres en zij als huisvrouw was maar meegekomen. Waarschijnlijk met het doel een weekje goed door te zakken. Terwijl hij overdag naar het congres was, lag zij in haar nest uit te kateren tot het tijd was om door te gaan. Wel aardige mensen, hoor, daar niet van. Voor de verandering geloofden ze eens niet in God, maar in allerlei reincarnatieachtige toestanden. Zelf dacht zij, dat ze in haar vorige leven een bepaald soort kakkerlak was. Zou je maar gebeuren.
Ik rond af. Na nog een paar shots met de Arizonezen (zeg je dat zo?) en wat bandjes verder, vond ik het een mooi moment eens af te taaien. Dit, voordat ik ook opmerkingen zou gaan maken aan de bardames of van een kruk af zou flikkeren. Aangezien het reguliere openbaar vervoer er in Austin zo rond 22.00u mee opmhoudt, nam ik een taxi naar het hostel. Deze koste uiteindelijk zeven dollar, maar aangezien de chauffeur niet kon wisselen van mijn briefje van twintig, nam hij genoegen met drie losse dollars die ik nog had (een fooi van dertien dollar leek me namelijk wat al te gortig). De avond eindigde dus met een van de goedkoopste taxiritjes ooit. In Amsterdam ben je tenslotte al meer dan drie euro kwijt als je alleen al instapt.
6th Street had mijn hart gestolen. Zoveel leuke bands binnen een strook van pakweg 500 meter, had ik nog nooit gezien. De muziek is ook bijzonder afwisselend. Een ouderwetse rocknacht werd het niet, er was van alle soorten wat. Ik zou hier nog een paar dagen blijven, nu al de moeite waard.

Geen opmerkingen: