vrijdag 13 augustus 2010

Frank bij de gastfamile

Aangezien ik twee weken een Franse cursus zou gaan volgen aan een school in Montpellier, diende ik hier ook te verblijven. Hierbij bestond er een mogelijkheid onderdak te vinden bij een gastgezin en dat leek me wel wat. Een dag of tien geleden had ik van de bemiddelende organisatie de gegevens doorgekregen van de familie Vigier, alwaar ik te gast zou zijn. Het adres stond er ook bij en het was dus een kleine moeite even op Google Maps te kijken wat voor huis en buurt het zou zijn. Google toonde een wijk met villa's, stuk voor stuk voorzien van een tuin met zwembad. Familie Vigier kon hierbij natuurlijk niet achterblijven en had dus ook een 'piscine'. De vraag rees dan ook of de gasten daar ook gebruik van mochten maken, maar dat zou wel blijken. Ik stuurde ze een email om me vast voor te stellen en te vertellen dat ik op zondag zou arriveren, maar ze me niet op hoefden te pikken. Ik zou het zelf wel vinden met de bus. Hierbij bleek het internet wederom bijzonder handig, thuis had ik al opgezocht welke bus het dichtst in de buurt kwam.
Helaas reageerde geen van de Vigiers op mijn mailtje. Het kon natuurlijk zijn dat ze er een weekje tussenuit waren om nog wat rust te nemen voor de invasie van de enkele Hollander of misschien was hun PC gewoon gecrached of waren ze om andere redenen van het internet afgesloten. Daar ik ook een telefoonnummer had, besloot ik ze zaterdagavond vanuit mijn hotelkamer eens te bellen. Fransen nemen de telefoon op met stomweg het zeggen van 'allo', waardoor je geen idee hebt of je de goeie aan de lijn hebt. In ieder geval was het meneer Vigier niet. In mijn beste Frans van dat moment vertelde ik de situatie en direct antwoordde mevrouw (het bleek inderdaad mevrouw Vigier zelf) dat ze vergeten was te antwoorden en dat het goed was als ik zondag tussen 2 en 3 zou arriveren. Hierna voegde ze er in rap Frans nog een en ander aan toe, waarbij ik na een woord of vier al volledig de draad kwijt was (Excusez-moi?). Mevrouw Vigier had de oplossing: op dat moment was er nog een Nederlandse studente in huis en in mijn eigen taal vernam ik dat ze me verwachtten en ook kon ik nog even informeren of het allemaal wel de moeite waard was daar in Montpellier, in de familie en op school. Dit bleek het geval. Lullig zou natuurlijk zijn wanneer zij de familie in het Nederlands volledig de grond in zou boren, terwijl ze een meter verderop zaten. Overigens had ik dit rustig gedaan indien het moest.
's-Anderendaags nam ik bus 11 richting de buurt Chamberte. Dit bleek makkelijk gezegd dan gedaan. Daar de gemeente Montpellier noest bezig is met de aanleg van een derde tramlijn, ligt het halve centrum open en vertrekken de bussen van een heel andere plek dan op de plattegronden aangegeven. Nu ben ik als Amsterdammer wel gewend aan bouwputten in de binnenstad, dus liet me hierdoor niet uit het veld slaan. Ik vroeg het een wachtende chauffeur bij een bus, maar die ontkende dat er een busstation was. Dit is natuurlijk flauwekul, een stad van 300.000 inwoners moet wel een plek hebben waarvandaan bussen naar de buitenwijken gaan. Dit bleek inderdaad het geval, maar je moest het even weten. De bussen waren tijdelijk weggestopt in een smal straatje met een paar bushaltes en werden hierna door nog smallere straatjes, middels allerlei omleidingen uit het centrum gevoerd. Over de eerste 500 meter doe je dus een klein halfuur en daarna ben je binnen tien minuten op je bestemming drie kilometer verderop. Dit laatste zou ook tijdens de spits doordeweeks zo zijn. Die eerste 500 meter gingen toen bijna drie kwartier beslaan, daar de gemeente niet alleen de bussen maar ook allerlei parkeerroutes omgeleid had door die steegjes. Uiteindelijk kwam ik aan op mijn bestemming. De bungalow van de Vigiers net als de omliggende huizen in de omgeving voorzien van een flinke muur rondom, zoals ik me ook de huidige blanke wijken in Zuid-Afrikaanse steden voorstel. Achter de muur bevond zich het huis, terras en zwembad. Naast mij, bleek er nog een buitenlander te gast. Het betrof in dit geval een Zwitser, die direkt na het handjesschudden weer in zijn kamer verdween. Na me geinstalleerd te hebben op mijn kamer en zelfs mijn kleren keurig opgevouwen en opgehangen had in de doorvoor bestemde kast, nam ik kennis van de regels van het huis. Het bleek noodzakelijk de schoenen uit te trekken voor de entrée (maar dit was me al duidelijk gemaakt). Verder mocht er binnen niet gerookt worden, maar op het terras wel. De koelkast was voor de familie en dus niet voor ons. Dat werden dus lauwe pinten 's-avonds. Tenslotte stonden de eettijden erbij. Het diner was bijvoorbeeld 's-avonds tussen 19.15 en 19.45uur, maar nu ik dit schrijf zijn we bijna een week verder en het is nooit vóór acht uur geweest dat we aan tafel gingen. Dat is maar goed ook, aangezien mijn lessen meestal tot zeven uur duurden en ik dan nooit om kwart over zeven thuis kan zijn met de bus. Vaste tijden zijn in Zuid-Frankrijk iets relatiever dan in de Randstad Holland.
Mijn gastouders heetten Jean-Paul (67) en Muriel (56). Beiden grof gebouwd en ze genieten blijkbaar van het zoete leven, aangezien ze beiden niet meer werken. Jean-Paul leek me meer een lome goedzak met een flink stemgeluid en Muriel had duidelijk de touwtjes in handen in huis en leek niet van plan die ook maar iets te laten vieren. Ze converseren met elkaar op zeer luide toon. Aangezien het in een zeer rap Frans gaat, lijkt het erop alsof ze voortdurend slaande ruzie hebben, maar niets is minder waar. Alhoewel ze regelmatig buitenlandse studenten in huis hebben, is het schijnbaar nog niet doorgedrongen dat deze wel eens minder goed Frans spreken dan zij. Vragen en antwoorden gaan in hetzelfde tempo waarin ze altijd spreken en wanneer je het niet begrijpt, wordt de zin niet langzamer herhaald of in meer simpele bewoordingen, maar gewoon nóg luider. Hierna doe ik met suizende trommelvliezen maar gewoon alsof ik het begrepen heb (tot nu toe gaat dit gelukkig altijd goed). Voordeel voor Muriel is dat ze bij het aankondigen van het eten eenvoudig op haar niveau 'On mange' hoeft te zeggen en het is in het hele huis, tuin en op de bodem van het zwembad hoorbaar. Het viel me mee dat niet de hele buurt kwam aangeschoven, maar die zijn blijkbaar wel wat gewend. OP een gegeven moment kon ik Muriel wel volgen, maar JP blijft een probleem. Als buitenlander leer je Frans natuurlijk vanuit een boek en ken je de woorden, zoals ze geschreven staan. Nu spreken Fransen sowieso meestal maar de helft van een woord uit en JP doet daar ook nog eens de helft vanaf, zodat je een zin moet zien te recontrueren, waarvan je alleen de beginletters van de woorden hebt.
De eerste avond is altijd bijzonder, omdat het allemaal nieuw is en je hoopt dat het bevalt aangezien ik er nog twee weken zou verblijven. De zondag dat ik arriveerde, hadden de Vigiers juist bezoek van een bevriend ouder stel. Ze lagen ontspannen bij het zwembad en namen af en toe een duik. Nu heb ik zelden gezien dat een dame van boven de zeventig top-less het zwembad in duikt en ik geloof niet de laatste jaren iets gemist te hebben. Wellicht is dit over 40 jaar anders, maar nu zat ik er niet op te wachten. Het stel bleef ook gezellig eten (met shirtjes aan) en het bleek al direct dat de Vigiertjes goed kunnen koken. De Zwitser had een fascinatie voor alles wat met militairen en het leger te maken had (zelf ook in het Zwitserse leger gezeten, hoewel gespeend van een stoer uiterlijk) en bleek verder oersaai. Na het diner verdween het telkens direct naar zijn kamer om er voor de volgende ochtend niet meer uit te komen. Nu heb ik niet zo op Zwitsers, aangezien ik in mijn leven zelden een sympathieke ben tegengekomen en dit vooroordeel werd nog maar eens lekker bevestigd. Verder is het goed toeven bij les Vigier. In de email, die ik had ontvangen van de organisatie, stond vermeld dat ze beiden van tuinieren houden. Een tuin hebben ze echter nauwelijk. Het hele gebied rondom het huis is betegeld op een paar perkjes na. Deze zien er dan ook piekfijn uit, dat moet gezegd. Ik heb ook nog geen Vigier in een van de perkjes bezig gezien. Ook zou Muriel van aquajoggen moeten houden, maar ook dit heb ik nog niet mogen aanschouwen. Wellicht komt het allemaal nog. Ik ben er nog een dikke week en hou het er voorlopig nog wel even uit.

dinsdag 10 augustus 2010

Frank stapt over in Parijs

Het was alweer zaterdagochtend, tijd om te vertrekken. Weliswaar moest ik er al uit op een moment dat normale mensen zich nog een paar keer omdraaien, maar ik ging dan ook op reis. Neurotisch met openbaar vervoer als altijd, stond ik ruim voordat de machtige TGV naar Parijs zou vertrekken, stond ik al op het perron. Alhoewel Amsterdam het beginpunt van het traject is, komt de trein pas op het laatste moment, vlak voor vertrek, binnenrijden. De NS speelt hier kundig op in als altijd en heeft stickers geplakt op de perrons, zodat je van tevoren al weet waar jouw wagon komt te staan. Dat denkje tenminste. In veel gevallen wordt op het moment van binnenrijden in vier talen omgeroepen dat de trein in 'omgekeerde rijtuigvolgorde' zal rijden. Hierdoor kan het hele perron beginnen aan een berekening waar de juiste wagen dan wel zal stoppen, hetgeen altijd wat chaos geeft. Niettemin slaagde de conducteur erin het vehikel op tijd te laten gaan. Zo'n Thalys bleek behoorlijk luxe. Toen ik mijn coupé binnenstapte, vroeg ik me dan ook serieus af of ik niet toevallig een ticket voor de eerste klasse had gekocht, maar er stond een grote 2 boven de deur. Dan zal het wel goed zijn. Hoewel ik met veel pijn en moeite een plekje aan het raam had weten te reserveren, was dat natuurlijk net weer een stoel tussen twee ramen, waardoor het uitzicht naar buiten slechts tot stand kwam door langs de stoel voor me door het spleetje raam te moeten kijken.
Een sticker op de wand vermeldde dat er WIFI-verbindingen mogelijk waren in de trein. Vol goede moed pakte ik derhalve mijn laptopje. Het is natuurlijk ontzettend leuk om op Facebook te melden dat je in een hogesnelheidstrein door de polder zoeft met een internetverbinding. Hiertoe diende je je eerst te registeren door het invullen van een behoorlijk formulier en toen kwam de aap uit mouw: het bedrijf Thalys bood graag internet aan, maar voor niets gaat de zon op. Of ik dus even via de credit card zes euro wilde dokken voor een uurtje verbinding. Dit deden we natuurlijk niet, dus surfte ik wat rond op een soort intranet van Thalys.com, dat wel beschikbaar was. Naast allerlei informatie over treinen en leuke foto's was het uiteraard ook mogelijk tickets voor andere Thalysreizen te boeken. Zo maakt Thalys optimaal gebruik van de kredietkaarten van zijn passagiers. Alleen hoe je dat ticket dan diende te printen, werd mij niet echt duidelijk.
Slechts enkele uren later arriveerden we op het Gare du Nord. Dit moet een van de grootste stations van Europa zijn en naast alle treinen uit het noorden, is het ook een plek van samenkomst van allerlei metro- en busverbindingen. Zoals alle stationsomgevingen trok ook deze volk aan van allerlei pluimage, want terwijl ik voor het gebouw aan een shaggie stond te trekken, maakte ik kennis met enkele personen die op zeer fanatieke wijze daklozenkranten aan de man probeerden te brengen. Nu zullen er slechts weinigen zijn die daadwerkelijk zo'n krantje kopen, maar een kleine bijdrage werd uiteraard ook op prijs gesteld. Kortom, de beste man wenste niet door te lopen voor hij weer een have euro rijker was. Soms moet je maar gewoon wat geven om er zo snel mogelijk vanaf te zijn. Zoals verwacht was Parijs nog dezelfde statige stad als een paar jaar geleden. Er zijn plekken met grote drukte, minder chaotische plaatsen en heel rustige omgevingen. Ik probeerde ze alle drie maar om na het station door te gaan naar het Place de la Bastille, mede daar dit op de route ligt naar het Gare de Lyon, alwaar ik met reis naar het zuiden zou voortzetten. Ik had trek in koffie en plofte neer op het eerste het beste terras. Lurkend aan de koffie bleek al snel dat dit de duurste niet-alcoholische consumptie sinds jaren zou worden, kosten: bijna 6 euro. Niettemin lekkere koffie, dat moet toegegeven. Het schijnt zo te zijn dat je binnen aan de bar minder betaalt, maar daar mag je dan weer niet roken. Zo wordt je als roker dubbel gestraft. Je bent gedwongen meer te betalen voor je consumptie en de prijzen van tabak liegen er ook niet meer om tegenwoordig.
Als volleerd vogelspotter zag ik al snel dat Parijs hondsbrutale duiven heeft. Er was er zelfs een die op het tafeltje naast me neerstreek en doodleuk over zojuist klaargelegd bestek en servetten wandelde. Mijn buurman twee tafeltjes verderop zag het maar stoorde zich er niet aan Ik besloot het dan ook maar niet door te geven aan de ober, hoewel mij eigenlijk altijd verteld was dat duiven de meest verschrikkelijke ziektes verspreiden. Wellicht geldt dit alleen voor Amsterdamse duiven. In ieder geval hoop ik niet verantwoordelijk te zijn voor de lijdensweg die een andere toerist nog te wachten staat. Je consumptie afrekenen is ook niet eenvoudig in Parijs. In Nederland hoef je alleen maar je beurs te pakken en er staat al iemand voor je om het geld in ontvangst te nemen, maar Parijse obers doen dit niet. Zo zat ik wel tien minuten opvallend met een biljet van tien euro in mijn handen, maar allemaal mompelden ze iets wat ik niet verstond en liepen vervolgens door. De beste methode in deze is dan ook gewoon je spullen pakken en opstappen, want ik vermoedde dat ze er dan wel als de kippen bij zouden zijn. Even later werd duidelijk dat ik uitsluitend mijn geld mocht overhandigen aan degene bij wie ik de koffie besteld had en die deze ook had gebracht. Deze dame in kwestie had zich het laatste kwartier niet meer op het terras vertoond, dus vandaar. Zo werkt het overal anders en daar moet je steeds maar achter zien te komen. Meestal gaat het heel gemakkelijk, soms duurt het wat langer. Na deze cultuurshock was het tijd voor rust. Vlakbij het Place de la Bastille bevindt zich een pleintje dat Place des Vogues heet. Het betreft hier een plein omgeven door oude gebouwen, eigenlijk meer een soort binnenplaats met een grasveld en fonteinen in met midden. In één van de omringende gebouwen bevindt zich het Maison Victor Hugo, oftewel het voormalige huis van de schrijver, inmiddels museum. Het museum was gratis, maar dat zal er mee te maken hebben gehad dat alle zalen dichtwaren, op eentje na. Dit voordeeltje compenseerde de koffie weliswaar enigszins, maar had wel tot gevolg dat ik een half uurtje later weer buitenstond en nog enkele uren in Parijs diende door te brengen. Dit is natuurlijk geen enkel probleem, alleen hou ik er niet zo van dit met een zware rugzak te moeten doen. Het parkje van het Place des Vogues bood uitkomst. Velen lagen ontspannen in het gras of zaten op de bankjes eromheen voor zich uit te staren. Ik gooide de rugzak van me af en nam plaats op het gras. Terwijl ik een saffie aan het rollen was, trok ik de aandacht van een hiphop-achtige neger, die vroeg of hij ook een shaggie mocht. Ik was juist klaar met de mijne en gaf die dan maar aan hem. Hij bleek zeer dankbaar en we toucheerden elkaars vuisten, zoals dat in die kringen gebruikelijk schijnt te zijn. Later zag ik hem op een bankje zitten met een halve literblik bier en hij leek genoten te hebben van de Javaanse Jongen Halfzwaar, want hij zwaaide tot tweemaal toe toen hij het parkje weer verliet. Overigens verdween het lege blikje keurig in de prullenbak.
Na een uurtje lezen begaf ik me richting het Gare de Lyon. Hiervoor diende ik wederom de Place de la Bastille te kruisen en de juiste boulevard te kiezen. De gemeente Parijs was zo vriendelijk geweest een bord neer te zetten met de naam van het station en een pijl. Sterker nog: ze hadden zelfs twee borden met de naam van het station en een pijl geplaatst. Jammer was alleen dat beide pijlen exact de andere kant op wezen. Hierdoor viel eigenlijk de functie van beide borden weg en ik wist nog altijd niet waarheen te gaan. Om verwarde toeristen de helpende hand toe te steken (waar de gemeente Parijs nooit te beroerd voor is), had men een plattegrond van de omgeving vlak naast de borden opgetrokken. Hierop stond slechts één pijl, die aangaf waar ik was. Op die manier zie je snel genoeg waar je heen moet. Het bleek dat het linkerbord gelijk had. Na dit onderzoek was ik tien minuten later bij het Gare de Lyon. Dit station is een stuk minder imposant dan het Gare du Nord, maar als je van grote stations houdt nog steeds leuk. Ik kocht een krantje in de kiosk en diende via een bouwplaats helemaal om het station heen te lopen naar een plek waar nog meer TGV's stonden. Het was een gezellige drukte. Vanaf dit station vertrekken namelijk alle treinen naar het diepe zuiden en duizenden Fransen maakten zich op voor een vakantie aan de Mediterranee. Dit betekende dat we met hele gezinnen, krijsende kinderen, opa's en oma's en vooral, honderden trolleys met bagage over het smalle perron moesten. Kundig in organiseren als de Franse spoorwegen zijn, hadden ze een soortgelijke vakantietrein naar het zuiden aan het perron aan de overkant geparkeerd, die ook nog eens rond dezelfde tijd zou vertrekken. Hierdoor was er eigenlijk geen doorkomen aan en had ik geluk gelijk in de eerste wagon te moeten plaatsnemen. Het bleek een dubbeldeks-TGV en ik zat onderin, dit maal vol aan het venster. Net als Nederlandse dubbeldekkers heb je aan de benedenverdieping vrijwel geen mogelijkheid je bagage kwijt te kunnen, hetgeen in zo'n vakantietrein leidt tot chaotische taferelen. Uiteindelijk propte ik mijn rugzak maar tussen wat koffers op de enkele plankjes, die voor bagage beschikbaar waren, maar natuurlijk direct vol.
Uiteindelijk zat ook in deze trein spoedig iedereen op zijn plek en we vertrokken richting onze vakantiebestemmingen. Niet veel later reden we met dezelfde noodgang door Frankrijk als de Thalys enkele uren daarvoor. Dit betekent dat zo'n trein langs snelwegen raast en alle auto's voorbijsjeest. Je moet hiervoor dus bijzonder hard gaan wetende hoe er in Frankrijk gereden wordt. Enkele uren later rijdt je dan ook al door het verre zuiden. Ik kan me dan ook niet voorstellen ooit in een file te gaan staan op de autoroute en hele dagen bezig te zijn in het zuiden te geraken, terwijl dit veel sneller en gerieflijker kan. Daarbij ben je alleen al voor de tolweg al bijna net zoveel kwijt als een treinkaartje vanaf Amsterdam (voor één persoon dan). Aangekomen in Montpellier, vond ik snel mijn hotel en kon me opmaken die avond eens de horeca te gaan verkennen van de stad die de komende twee weken mijn thuis wordt.