woensdag 15 december 2010

Impressies uit Lissabon, deel II

Uw reporter was inmiddels beland in het Fado-café. Gezeten aan een biertje (ditmaal van Sagres), bekeek ik de opgehangen posters eens. Het bleek te gaan om allerlei optredens her en der in Lissabon en allerlei in het verleden. Portugezen vertelden me naderhand dat de Fado nog voornamelijk bestaat bij de gratie van toeristen, terwijl de gemiddelde jonge Portugees ook liever naar Lady Gaga of Kings of Leon luistert. Het is echter het levenslied van het land en er zullen ongetwijfeld nog een hoop liefhebbers zijn, maar ook de Amsterdamse schlager is het einde nabij. De flyers, die ik ontvangen had, boden dan ook avondjes aan voor bedragen, die voor de gemiddelde gepensioneerde Portugees niet zomaar op te brengen zijn. Ik besloot dus al snel deze aan me voorbij te laten gaan. Inmiddels dacht ik wel ergens aan te kunnen gaan schuiven in eeen restaurant. Alvorens het Fado-café te verlaten, diende er nog een plasje gedaan te worden. Tijdens het pissen, keek ik naar de toiletpot en er was een sticker op geplakt van de Duitse voetbalclub Schalke04. Dit was opvallend, daar ik in het vorige café ook een plasje had gedaan en er eveneens een sticker van Schalke op het toilet was geplakt. Blijkbaar had deze club onlangs een match gespeeld in Lissabon en hebben de Duitse supporters behoorlijk ´hausgehalten´ in Lissabon-Centrum. Ik toog naar buiten en de eetgelegenheden bleken nog niet echt vol te zitten. Een man probeerde me een tent binnen te lullen, maar dit sloeg ik professioneel af. Vervolgens ging ik een echte Portugese Cantina binnen. Een cantina is een helverlicht zaaltje, dat met beschilderde tegeltjes is bedekt en door de Portugezen zelf wordt bezocht. Gezien het uiterlijk, had het tevens een badhuis kunnen zijn, maar dat is het dus niet. Ze hebben er het plaatselijke voedsel voor een plaatselijke prijs. (Al hebben ze deze in de Barrio-Alto wel aangepast, merkte ik naderhand in de buitenwijken en ik geef ze geen ongelijk.) In de cantina, waar ik plaatsnam, zaten een aantal Portugezen of toeristen al flink te smullen. Ik kreeg een tafeltje en direkt ook brood met crème-kaas. De ober was een jongen, die een opvallende gelijkenis vertoonde met de Portugese stervoetballer Cristiano Ronaldo. Het was hem waarschijnlijk niet, daar ik met mijn geringe voetbalkennis toch vermoed, dat Ronaldo geen bijbaantje nodig heeft om uit de kosten te komen. Ik had een plaatselijk soepje en zwaardvis. Overigens zijn deze cantinas overal in de stad te vinden. Meetal zijn ze niet zo groot, het is er goedkoop en de menukaarten zijn louter in het Portugees. Ik heb gegeten in een cantina in een buitenwijk, die voornamelijk gevuld bleek met plaatselijke ouderen en, grote pullen bier drinkende, bouwvakkers. Het aanbod aan vis is overal geweldig, maar ook de vleesgerechten bleken alle keren niet te versmaden. Al mijn middag- en avondmaaltijden heb ik in deze tenten genomen en dit is voor elke Lissabonganger een aanrader. Het is er altijd gezellig druk, je spreekt nog eens mensen en met een beetje Portugese taalkennis kom je een heel eind.
Na een nachtje slapen, was ik weer vroeg uit de veren. Het hostel bood ontbijt aan, maar pas op de typisch Portugese tijd van half negen. Blijkbaar gebeurt in Portugal echt alles een paar uur later dan bij ons. Nu is het sowieso vrij zeldzaam dat hostels gratis ontbijt hebben en dat van hen loog er niet om. Er waren verse broodjes, lekkere kaasjes, jam en onbeperkt koffie. Na het ontbijt kon er tevens gerookt worden, maar dit diende te gebeuren vanuit het raam hangend. In het hostel was het namelijk niet toegestaan, maar aangezien sigaretten een eerste levensbehoefte zijn in dit land, was er een rookraam ingericht. Dit was compleet met een asbak op de vensterbank aan de buitenkant. Met name het personeel maakte hier gretig gebruik van. Het hostel was namelijk gehuisvest op de vijfde etage van een kantoorpand, dus even snel naar buiten was er niet bij. Dit had niet alleen te maken met de trappen, maar ook het stokoude liftje, dat niet al te rap was. Met een goed gevulde maag, toch ik naar buiten. Inmiddels waren er ook wat winkels open en de terrassen voor de horeca, zaten vol met ontbijters en koffiedrinkers. Ik liep richting het Rossio en passeerde nogal wat boekwinkels. Portugezen bleken enthousiaste lezers en werkelijk overal in de stad, vind je antiquariaten en boekwinkels. Portugezen grijpen blijkbaar gaarne naar de pen en er is natuurlijk veel uit Brazilie. Na wat gesnuffeld te hebben hier en daar in de winkels, belandde ik op het Rossio. Dit is een zeer groot plein en het is tevens een knooppunt van allerlei openbaar vervoer. Het plein wordt omgeven door winkels en horeca, dus het is er eigenlijk altijd druk. Om de winter wat cachet te geven, had de gemeente zowaar een ijsbaan laten aanleggen op het plein. Alhoewel ik op een elektronisch bord zag dat het op dat moment 22 graden was, werd er driftig geschaatst. Ik onderwierp de ijsbaan aan een inspectie en met bleek om een kunststof baan te gaan. Deze is dus absoluut niet glad en de schaatsende Portugezen bleven dan ook makkelijk op de been. Dit was mij als Limburgse Hollander ook nog wel gelukt. Ik weerstond echter makkelijk te verleiding om mee te gaan schaatsen en zette mijn wandeltocht voort richting de Alfama. A Alfama (zoals het heet) is een van de oudste wijken van de stad, zoniet dé oudste. Het weerstond de aardbeving van 1755, waar Lissabon het nog steeds over heeft, maar raakte ooit in verval. Het groeide uit tot een echte volksbuurt. De plattegrond is nog als de tijd van de Moren en je kunt er dus net zo lekker verdwalen als in de Medina´s van Istanboel of Marrakech. Zoals overal in Lissabon, dien je stevige kuiten te hebben om er rond de wandelen. (Of klimmen voor de Amsterdammer: onze bruggetjes zijn ook steil, maar niet zo lang.) Er bleek hier echter wel het echte volk te wonen. Hoewel ik duidelijk herkenbaar was als buitenlander, deed niemand hier moeilijk over. Ik babbelde wat met buurtbewoners tijdens een kop koffie en ze hadden allemaal dezelfde mening over de regering. Niettemin waren ze allen behoorlijk de de Heer en toonden dit door rode vlaggen buitenshuis op te hangen van Jezus en de Portugese patroonheilige Fatima. Daar religie een grote rol speelt in Portugal, zag ik tevens bussen die FELIZ NATAL toonden op hun voorscherm, in plaats van de eindbestemming. Met een stokoud trammetje toog ik terug naar de binnenstad. Tot zover de impressies deel II, meer volgt.

dinsdag 14 december 2010

Impressies van Lissabon, deel I

Onlangs vertrok uw reporter voor een paar dagen naar Lissabon. Deze stad ligt in Portugal en ik was er twaalf jaar geleden al eens geweest. In die tijd verplaatste ik me nog al eens liftend, sliep op campings en bezocht alles maar zo snel mogelijk om hierna weer door te kunnen trekken. Tegenwoordig kom ik met het vliegtuig, slaap in een hostel en wil langere tijd op een bestemming zijn om deze goed te leren kennen. Wanneer deze trend zich doorzet, vlieg ik over twaalf jaar met een privéjet naar Portugal, verblijf in het Hilton en wel voor drie maanden (om zaken te doen). Niettemin was ik nu nog afhankelijk van TAP Portugal Airlines. Met uitzondering van een niet nader te noemen Turkse maatschappij, ben ik over alle vliegbehandelingen waarmee ik vloog goed te spreken. Zo ook over de TAP. De vlucht vertrok weliswaar een uur te laat, maar dit lag niet aan hen (zo werd tenminste medegedeeld). Tijdens de vlucht kregen we een broodje aangeboden, dat niet alleen warm was, maar tevens een soort van schnitzeltje op lag. Ik vond het best lekker, maar al snel hoorde je het eeuwige gemopper over het vliegtuigvoedsel. Wellicht stel ik niet zulke hoge eisen, maar ik klaag nooit over het eten in vliegtuigen. Opvallend is dat de mensen die dit wel doen, wel altijd het aangebodene opeten. Nog nooit heb ik iemand meegemaakt, die dan maar eens stelling nam en zei dat hij het broodje of warme maaltijd niet wilde hebben omdat het niet te eten is. Blijkbaar is het feit dat je het gratis krijgt toch doorslaggevend. Dat is dus makkelijk kankeren. Als je goed wil eten, doe je dat maar op de luchthaven voorafgaand aan de vlucht, maar dat is duur. Ze willen echter allemaal voor een dubbeltje op de eerste rang zitten en dus is het nooit goed. Ook is er nooit genoeg beenruimte. Als je dit wel wil, dien je maar biznizclass te vliegen of met de trein te gaan, maar dat is natuurlijk ook geen optie. Het zal nu wel duidelijk zijn, dat ik dat soort types wel kan schieten. Dezelfde personen nemen op de luchthaven van Lissabon wel rustig een taxi naar hun hotel, terwijl ik gewoon wacht op een plaatselijke bus en in een hostel plaatsneem. Hierdoor bespaar ik me zoveel geld dat ik dit soort tripjes verschillende malen per jaar kan doen en niet hoef te klagen over het te weinig in de watten gelegd worden voor weinig poen. Zo slecht hebben we het als Nederlanders doorgaans niet. Terug naar het ´gebeuren´, zoals voetbaltrainers nog wel dienen te zeggen. De aanvliegroute was prachtig voor wie in het vliegtuig zat. Je vloog echt over de stad, daar de luchthaven inmiddels door Lissabon omsloten is. Vanuit het vliegtuig zie je dan ook niet alleen wijken met alleen maar flats, maar ook de oude binnenstad. Ben hierbij wederom blij dat ik niet op een aanvliegroute naar Schiphol woon. Het geluid kende ik namelijk wel van mijn woontijd in de Bijlmer en bezoeken aan mensen op Uilenstede. De radio of TV kon niet hard genoeg staan. Buiten de luchthaven aangekomen, vond ik al snel de halte van bus 44, die zou stoppen op het Rossio-plein. Deze bus bleek niet door veel reizigers gebruikt worden, maar des te meer door lokale Lisboetas, blijkbaar werkend op de luchthaven. We reden dan ook door allerlei buitenwijken. Deze herkende ik wel van buurten in Franse steden. Het zag er niet best uit en er woonden duidelijk veel migranten. Naderhand kwamen we in het centrum van Lissabon. De gebouwen waren beter onderhouden en je zag ook meer zaken, die iets met toerisme te maken hadden. Het hostel had ik vrij snel gevonden. Uit hun website had ik al begrepen dat ze behoorlijk hip, trendy en snel waren. Dit bleek al uit het feit dat mijn reservering daadwerlijk was aangekomen. Ik kreeg een bed toegewezen in de kamer Fourrier. Alle kamers hadden namelijk namen van schrijvers. De receptionist deed het licht aan in de kamer en wist er meteen apetrots bij te vertellen dat het om een spaarlamp ging, waardoor het oplichten wat langer zou duren. Hij was alweer snel terug naar de receptie en tijdens het inspecteren van de kamer is het lampje niet meer licht gaan geven. Blijkbaar zijn spaarlampen in Portugal dusdanig energiezuinig, dat ze ook nauwelijks licht geven. Volgens mij ondermijnt dit enigszins de bedoeling van een peertje, maar klagen wilde ik dus niet snel. Wie mij kent, weet dat ik altijd het lulletje ben, wanneer het gaat om toewijzen van bedden en wederom had ik het bovenste deel van het stapelbed. Er was we een leeslampje aan gekoppeld (handig als je laat thuiskomt en anderen niet te erg wil storen). Vervelend was alleen dat mijn lampje het niet deed. Enig onderzoek leidde uit dat de punten van de stekker waren afgebroken en het dus bijzonder gevaarlijk was aan het stopcontact te zitten. Inmiddels zat er een dienstdoende dame bij de receptie (wanneer het echt link wordt, klaag ik namelijk wel) en zij verzekerde mij echter dat er iets aan gedaan zou worden, maar dit is tijdens mijn verblijf niet gebeurd. Dan maar niets lezen in bed en oppassen voor het stopcontact. Ik installeerde me vervolgens maar in de bovenste bedstede. Dit houdt zoveel in als het wekkertje klaarzetten, rugzak in de locker, bed opmaken en alvast het slaapshirtje klaarleggen. Ervaring heeft me in de loop der jaren geleerd dat het het handigst is alles klaar te hebben voor de nacht, in geval de avond langer wordt dan verwacht. Ik toog weer naar buiten en begon trek te krijgen in een pilsje. Om de hoek waren een aantal cafés op een pleintje en ik nam plaats op een terras. Het was inmiddels donker geworden, maar de temperatuur was nog altijd bijzonder aangenaam. Hiermee bedoel ik aangenaam voor Hollandse begrippen van dat moment. De Portugezen vonden het duidelijk frisjes, gezien hun kledij. Er kwam een ober bij mijn tafeltje en ik bestelde in het Portugees een biertje (uma cerveja, por favor). Alras later kreeg ik een glas met het merk SuperBock erop gedrukt. Proevend aan het spul, bleek het noch super te zijn, noch bokbier. Het is echter één van de twee nationale biermerken in het land; de andere is Sagres. Nippend aan de SuperBock, keek ik eens om me heen. Daar ik onder een luifeltje zat, was het me nog niet echt opgevallen dat het lichtjes was begonnen te regenen. In de straten waren echter wel ineens een hoop lieden zichtbaar, die paraplu´s verkochten. Deze types waren allen van Afrikaanse origine en ik had dit vaker gezien ik Zuid-Europa. Als het regent, worden er paraplu´s verkocht en zogauw de zon doorbreekt, wordt de markt van zonnebrillen aangeboord. Hoewel ik geen paraplu, noch zonnebril gekocht heb, heb ik wel respect voor deze (doorgaans zeer hoffelijke) mannen, die in hun inkomen moeten voorzien door dit soort activiteiten. Velen zullen waarschijnlijk op illegale wijze Europa zijn binnengedrongen en belanden noodgedwongen in dit soort zaken, die waarschijnlijk niet zo gek veel opleveren om naar huis te sturen naar de familie in landen als Burkina Faso of Angola. Na twee pintjes begon zich een hongertje op te dringen. Het werd tijd om te gaan happen en het liep dan ook al tegen zevenen. In mijn reisgidsje stond dat ik me aan de rand bevond van de zogenaamde Barrio-Alto, hetgeen een wijk moest zijn met ´talloze bars en restaurants´. Derhalve liep ik die richting op. Gaandeweg begon ik hardop te twijfelen aan mijn reisgids. Het kan aan mij gelegen hebben, maar die ´talloze bars en restaurants´ zag ik niet. Hierop besloot ik maar de smalle straatjes in te duiken met de hoop om meer succes. Dit kwam er ook. Daar Portugese bars en restaurants nauwelijks aan uithangborden doen, moet je erlangslopen om iets te herkennen. Er was inderdaad al het een en ander open, maar veel nog niet. In de meeste resto´s zat het personeel nog te smikkelen en andere waren bezig de tafels te dekken. Ik besefte het al snel: het was gewoon nog te vroeg! Portugezen eten pas laat en hierop passen restaurants uiteraard hun tijden aan. Het beste wat ik in dat geval kon doen was nog maar een pintje vatten in een van de inmiddels geopende kroegen, tot het tijd werd om te gaan dineren. Lopend door de buurt, kreeg ik al een aantal flyers in de hand gedrukt voot allerlei fado-avonden met diner en andere toestanden, tot ik eindelijk belandde in een kroegje met fado-muziek, asbakken en zeer goedkoop bier.
Tot zover de eerste indrukken van Lissabon. Meer volgt zo snel mogelijk.