donderdag 25 februari 2010

Frank in space

Houston, we have got a problem, grapte een beveiliger op Schiphol, toen ik hem mijn ticket toonde. Uiteraard schrok ik me rot, dacht direkt dat er iets mis was. Pas toen ik verschrikt tegen zijn lachende rij tanden aankeek, drong het tot me door dat ik met een grapjas te maken had. Ik wist toen natuurlijk nog niet wat me op de luchthaven van Houston (overigens met de prachtige naam George Bush Intercontinental Airport) allemaal te wachten stond.
Houston is inderdaad de stad van de NASA. Dit wil zoveel zeggen dat 20 mijl van de binnenstad verwijderd er een complex ligt, vanwaaruit het hele gebeuren wordt gecontroleerd. De space shuttles zelf stijgen op vanuit Florida en landen ergens in de woestijn in het westen van het land. Mits ze niet voortijdig ontploft zijn natuurlijk. Het woord "Houston" is trouwens het eerste woord dat vanuit de ruimte naar deAarde gesproken is, zoals wordt beweerd door Amerikanen. Dit is natuurlijk niet waar, want de Russen waren eerder in de ruimte en die zullen ook best contact met de Aarde hebben gehad. Of het was een Rus, die het woord uitsprak. Zoiets als: "Houston, dikke lul, wij zijn lekker al in de ruimte", intussen zijn middelvinger opstekend richting Texas. Zoveel weet ik echter niet ruimtevaart. Nu was er de kans daarin verandering aan te brengen, daar een bezoek aan het commandocentrum mogelijk is. Er rijdt zowaar een bus naartoe vanuit de stad. Aangezien het niet gebruikelijk is tijdsschema's op te hangen bij bushaltes, ging ik maar gewoon bij de halte staan en natuurlijk duurde het bijna een uur voor er een kwam. En zulk lekker weer was het op dat moment nou ook weer niet. Wel zijn ze zo vriendelijk om de lijnnummers wel bij de halte te vermelden. Dit scheelt een hoop gokwerk en nog meer wachten. In de bus raakte ik in gesprek met chauffeur Kevin, die een hoop bleek te weten over de geschiedenis van religie in Europa. Volgens mij was hij iets minder op de hoogte van de te rijden route, want op een gegeven moment had ik het idee dat we rondjes aan het rijden waren in een bepaalde suburb. Uiteindelijk arriveerde ik bij het NASA Space Center. Naar goed Amerikaans gebruik, volledig gericht op maximale 'fun'. Dit bleek eerstens te bestaan uit een uit te kluiten gewassen souvenirwinkel, waar ik werkelijk niets heb kunnen vinden dat praktisch nut heeft. Wellicht alleen de space shuttle flessenopener, maar die leek me zo onhandig vormgegeven dat ik hem niet heb gekocht. Daarbij drink ik thuis meestal bier uit een blikje en die gaan nog altijd zonder opener probleemloos los. Terug naar de NASA. Ik koos ervoor om eerst met een treintje over het terrein te isen en me te laten voorlichten over het mission control center en hoe zo'n ruimtevlucht nu eigenlijk in zijn werk gaat. Wellicht nog iets voor mij in de toekomst, je weet nooit of je het DIV-werk ooit beu wordt. Gezeten in het treintje, toerden we over het terrein en kregen wat te horen over de verschillende gebouwen en wat zich daar afspeelde. We gingen het mission control center binnen en zagen inderdaad het voormalige centrum, dat ik van de televisie kende. Inmiddels was het niet meer in gebruik. Ergens in de jaren 90, zijn ze verkast naar een moderner centrum. Dit kon ook geen kwaad, want het hele zaakje zag er behoorlijk gedateerd uit. Ik zou niet lekker in die shuttle zitten, wetend dat ze in het controlecentrum nog met apparatuur werken uit de jaren 60. Opvallend was de rode telefoon. Hiermee kreeg je direkt contact met het Pentagon. Waarom dat nou precies nodig was, ben ik vergeten. Je zou trouwens contact met de president verwachten. Overigens is het een leuk feit dat de chef van het controlecentrum instructies van de president mag negeren als het er op aan komt. Ik neem echter aan dat dit alleen geldt voor gevallen, die betrekking hebben op de ruimtevaart. Na het mission control center reden we naar een hal, waar een heuse space shuttle stond. Weliswaar zonder vleugels, want dit was een simulatieding, om de praktijk alvast te oefenen. Hierbij heb je inderdaad geen vleugels nodig en dat scheelt weer ruimte. Best nog een groot ding, zo'n space shuttle. Er stonden ook wat Russische apparaten, de NASA werkt tegenwoordig intensief samen met Rusland en Europa aangaande de ontwikkeling van allerlei ruimtespul. Tenslotte reden we met het treintje naar een gigantische hal, waar een complete raket lag. Dit was de Apollo Saturn zoveel en het ding bleek naar de maan te zijn geweest. Dat kun je er niet aan zien, maar dit vertelde de gids. Terug in het bezoekerscentrum, bezocht ik nog een film, waarbij de start van de space shuttle spectaculair vertoond werd. Om het fungehalte nog wat op te krikken, werd er zelf rook in het zaaltje geblazen toen het ding opsteeg. Je moet er maar opkomen. Hierna was een persoon dat ons vertelde over allerlei ins en outs van de NASA. De space shuttle gaat trouwens met pensioen binnenkort, maar ze hebben nog geen nieuw ruimteschip. Vanaf volgende jaar mogen de Amerikanen meeliften op een Russische Soyoez-raket, dus dat wordt nog wat. Blijkbaar hebben ze wel vertrouwen in de Russische kunst van het raketbouwen. Grappig trouwens dat ze dat wel kunnen in Rusland, terwijl de rest van het land nog in Lada's rijdt, die nog exact hetzelfde zijn als pakweg 40 jaar geleden.
Na het promopraatje had ik het eigenlijk wel weer gezien bij de NASA. Het bezoekerscentrum was minder groot dan ik vantevoren dacht en had ook niet zoveel te bieden. Er waren nog wat andere films en shows. Ik had eigenlijk gehoopt op een ruimte waar je een tijdje gewichtloosheid kon ervaren, maar die was er niet. Ik had me al voorgesteld hoe je zonder zwaartekracht een shaggie zou moeten rollen. Dit wilde ik wel eens proberen.
De bus bracht me (via een compleet andere route) terug naar Houston. Terug op Aarde.

zondag 21 februari 2010

Frank in de Here

Amerikanen staan bekend als religieus. Veel meer dan wij Europeanen, doorgaans afvallig. Sinds wij acht jaar lang geconfronteerd zijn geweest met de uitspraken van George W. Bush op de televisie, weet iedereen dat ze er in Texas ook wat van kunnen. Dit werd al snel bevestigd tijdens mijn eerste dagen in Houston. De stad staat werkelijk vol met allerlei soorten en formaten van kerken, de meeste behoorlijk in omvang, zoals alles hier een maatje groter is dan op de rest van de aardbol. Vrijdag snuffelde ik een tijd rond in een grote boekhandel, een zaak die zichzelf Books-A-Million noemde. Deze naam klopte ook wel. Opvallend hier waren de grote hoeveelheden religieuze boeken. Hiervan stonden kasten opgesteld. Behalve over God en Zijn enige Zoon, waren er tevens Bijbels in allerlei soorten en maten te verkrijgen. Het mooist vond ik nog de verschillende bijbeltasjes, waar er ook tientallen van lagen opgesteld. Hartstikke handig, dacht ik bij mezelf. Hier kun je dan je Bijbel in stoppen onderweg naar de kerk op zondag. Verder leek zo'n tasje ook me ook handig voor allerlei andere zaken, bijvoorbeeld je tandenborstel en scheergerei onderweg of een netbookje. Ten einde volledig op te gaan in het Texaanse leven, besloot ik dat ik een keer mee moest naar de kerk. Nu rees de vraag welke dan wel. Het moet een teken van Hem zijn geweest dat ik gisteren net bij dié uitgang van het Museum of Fine Arts stond te roken (tussen het schilderijen kijken door), waar aan de overkant van de straat een prachtige kerk op me stond te wachten. Nadat ik de schilderijen wel weer gezien had, nam ik een kijkje bij de kerk. Blijkbaar was deze bijzonder populair, want op zondag hadden ze maar liefst drie (!) diensten. De eerste om 8.30, hierna om 9.45 en als laatste een op het merkwaardige tijdstip van 11.05. De dag erna was het zondag, dus de kansen. Optimistisch als ik ben, wilde ik gaan voor de vroege dienst (daar ik dan de meest fanatieke types verwacht), maar lui als ik ben werd het die van 11.05. Eigenlijk kwam dit wel goed uit. Ik kon wat langer in mijn nest liggen en had nog de mogelijk een ontbijtje te nuttigen in de bistro van het museum aan de overkant. Het hostel verstrekt namelijk helemaal niets, zelfs geen koffie en dat heeft deze jongen 's-ochtends toch wel nodig. In de bistro zaten een aantal types, die duidelijk ook naar een kerk gingen. Mensen, deftig gekleed, nog even etend en drinkend voordat het festijn zou gaan losbarsten. Ik had er zin in. Een paar jaar geleden eens bij een Surinaamse gospeldienst geweest in Amsterdam en dat maakte mijn gemiste carnaval van (ook) dat jaar weer helemaal goed. Wat een feest en zoiets verwachtte ik nu eigenlijk ook. Na de koffie begaf ik me derhalve naar de St Paul Methodist Church. Geen idee wat deze stroming inhoudt, we zien het wel. Ik draalde wat rond de kerk en zag mensen naar binnen gaan door allerlei deurtjes. Mij was het niet duidelijk welk deurtje ik nou zou moeten nemen en de hoofdingang zat nog dicht aangezien de vorig dienst nog in volle gang was. Achter de kerk was uiteraard een grote parkeerplaats (Amerikaanse Christenen mogen blijkbaar wél autorijden op zondag.) en daar was wat meer leven. Je kon er gratis(!) koffie krijgen en er was iets van een Bijbelschool of wat dan ook. Ik besloot de kerk binnen te wandelen, aangezien veel mensen dit ook deden. Binnen kwam ik in een halletje, alwaar ik direkt werd opgemerkt door een man in een jurk met een paars-gele sjaal om. Duidelijk een dominee of zo. Waarschijnlijk merkte hij mij meteen op, daar hij mij niet kende, doch wellicht ook door mijn uiterlijk in vergelijking met andere kerkgangers. Ik was namelijk ongeschoren, droeg een vale broek en had een leren jekkie aan. De meeste anderen waren in keurig pak. Hij stelde zich voor als Terry en was blij mij te mogen begroeten. Ik vertelde hem een toerist te zijn uit Holland en wel eens zo'n Amerikaanse dienst te willen meemaken. Volgens Terry was ik aan het juiste adres. Hij had een gebit, waarmee je direkt de hoofdrol in een tandpastareclame krijgt (of hij had een kwaliteits-kunstgebit) en was enthousiast over mijn afkomst. Of ik gisteren televisie gekeken had? Dit moest ik helaas ontkennen. Nu verwachtte ik een samenvatting van een of ander kerkelijk programma, maar Terry wist me echter te vertellen dat hij gisteren naar het schaatsen gekeken had en er een Nederlander had gewonnen. De naam was hij vergeten (Ik vermoed Sven Kramer.), maar het viel hem op dat ik wel wat op hem leek (Oh...). Dat we weer een medaille hadden, wist ik nog niet. Zo hoor je nog een wat van een Amerikaanse dominee. Toch eens kijken hoe die Sven Kramer er precies uitziet, wellicht kan ik nog eens voor hem invallen op een toernooi met een hoop startgeld.

Aangezien de dienst pas over een minuut of twintig zou beginnen, ging ik nog even naar buiten. Hierna door de hoofdingang naar binnen om die Terry te ontlopen (wat een eikel zeg!). Bij de hoofdingang was het echter niet veel anders. Ik werd meteen aangesproken door een dame, die mij hartelijk welkom heette en het gesprek ging eigenlijk op dezelfde manier als met Terry, afgezien van het schaatsen. Ze vond het geweldig dat ik hun kerk had uitgekozen (hoewel dit dus eigenlijk een toevalligheid was) en was blij me te vertellen dat dit een redelijk traditionele dienst zou worden. Eigenlijk vond ik dit wel jammer, had namelijk gehoopt op een multimediaspectacel met allerlei videoschermen en een hoop Sang und Tanz. Even later, gezeten op mijn plek achterin de kerk, nam ik het overige publiek in me op. Het leken allemaal heel blije mensen, op hun paasbest gekleed. Ze hadden er zin in en ik ook. Bij het binnenkomen kreeg ik het programma en keek verschrikt op toen er ook een onderdeel stond ingepland waar nieuwe leden zich mochten voorstellen. Ik zag Terry al voor me, die mij naar voren riep. In ieder geval nam ik me voor al vloekend de kerk uit te lopen, als hij me dat zou flikken. Dit gebeurde echter gelukkig niet. Gezien het tijdsprogramma daarvoor, kon deze dienst niet veel langer dan een uurtje duren en dat was ook zo. De verschillende onderdelen werden er in een straf tijdsbestek doorheen gewalst. Op het moment van de collecte, kon je je halve maandsalaris op een bordje gooien (wat ook wel gebeurde), of op een bonnetje je naam en adres invullen. Ik deed geen van beiden. Ten eerste omdat bier ook niet goedkoop is hier en verder had ik geen behoefte aan allerlei acceptgiro's op mijn adres, want dat doen ze rustig. Uiteindelijk was deze dienst eigenlijk net zo suf als Nederlandse diensten of missen. Ik ben hier echter nog wel even en hoop nog op een andere. Vandaag was ik in het Space Center Houston (van: Houston, we've got a problem, waarover later meer) en daar werd ik aangesproken door een aantal breedlachende jongens, zojuist uit een auto gesprongen, die mij wilden bekeren tot de Mormoonse Kerk. Dit terwijl ik als makkelijk slachtoffer op de bus stond te wachten. Ik heb een kaartje, dus wie wil, kan zich bij mij melden. Tot zover, Franks ervaring met God. Wellicht volgt er nog meer vanuit het Godsvrezende Texas.
F

Frank landt

Na het landen en iedereen om een of andere reden direkt in dat gangpad gaat staan, blijf ik nog lekker zitten. Tenslotte duurt het altijd nog minimaal tien minuten voordat die slurf is aangesloten en we daadwerkelijk het toestel uitkunnen.
Dan is het altijd spannend, we staan namelijk voor het eeuwige gelazer met de douane in dit land. Uiteraard had ik de langzaamste rij en later bleek waarom. Dienstdoend ambtenaar liet er geen gras over groeien en elk paspoort werd grondig gecheckt, gepaard gaan met de stompzinnige vragen, die bij het vak schijnen te horen. Na een kwartier me te hebben staan opvreten, werd ik zelfse gesommeerd met een dame mee te lopen door een lange gang naar een obscuur kantoortje achteraf. Normaal gesproken is zoiets reuze spannend, maar niet met een mevrouw van de Amerikaanse douane. In het kanoortje mocht ik plaatsnemen op een rij stoelen en wachten tot er iets ging gebeuren. Ondertussen zag ik mensen met mijn paspoort diverse kantoortjes in en uit gaan. Ik keek eens om mee heen. Er waren een stuk of vier mensen in uniform aangewezig in het halletje en een mij onbekend aantal in de diverse kantoortjes. Die lui in het halletje hadden in ieder geval een serieuze ambtenarenmentaliteit. In het tijdsbestek dat ik er zat, werd er alleen maar geouwehoerd over allerlei zaken, maar niets iets dat betrekking leek te hebben op hun werk. Aan de muur hingen overigens voornamelijk posters met landkaarten. De verwachte kaart van de hele wereld, eentje van de VS, een van Mexico, maar de uitsmijter vond ik die van Afhanistan en Pakistan. Zeker voor andere verdachte figuren dan ik op dat moment. Na wat wachten werd ik op barse wijze middels mijn achternaam een kamertje binnengeroepen. Ik mocht plaatsnemen op een aftandse stoel, die helemaal tegen de muur aangeschoven diende te worden, zover mogelijk van de beambte af. De man vroeg wat ik kwam doen in Texas (vakantie), of ik er mensen kende (nee, verbaasde blik van de andere kant) en waar ik zoals heen ging. Als een ervaren rekenaar werden mijn geplande dagen hier en daar opgeschreven en gekeken of het wel paste tot de terugreis van 18 februari. Handig dat hij dat deed, want dat had ik zelf nog niet zo secuur gedaan. Blijkbaar werd er hevig getwijfeld aan mijn bedoelingen in het land. Hij had mij echter nog niet klein, want het schema klopte wel zo ongeveer. De tweede aanval spitste zich toe op landen, die ik bezocht had buiten Europa. Ik haalde een hoop problemen op mijn hals door Oezbekistan te noemen. Dit was precies waar de man op zat te wachten. Waarom daarheen? Rustig vertelde ik dat er vanuit Nederland regelmatig reizen naar georganiseerd werden daar er veel te doen en te zien is. Daarbij sprak ik Russisch. Dit laatste had ik beter niet kunnen zeggen, want mijn tegenstaander vroeg me vervolgens hoe goed dat Russich van mij dan wel was (niet goed) en of ik in Rusland was geweest. Ik bevestigde dit. Toen werd het helemaal spannend, omdat meneer me eerder had gevraagd naar mijn bestemmingen buiten Europa. Rusland had ik niet genoemd! Inmiddels begon ik het belanchelijke van de discussie door te krijgen. Hij zocht gewoon naar iets waarop hij me kon pakken. Schijnbaar werkt de Amerikaanse douane met prestatieloon. Er ontspong zich een levendige discussie over het feit of Rusland deel is van Europa of Azië. Ik vertelde dat Sint-Petersburg in het Europese deel van Rusland ligt en ik het derhalve niet had genoemd. Dit was nieuw voor hem. De grens van Europa lag toch ergens bij Kroatie? Nee meneer, dat is de Europese Unie en dat is slechts een deel van het continent Europa, dat het land beslaat tussen Portugal en de Oeral. De man gaf zich gewonnen. Tegen zoveel geografische kennis kon hij niet op. Nog natrillend stond ik even later bij de bushalte. Altijd gedacht dat het makkelijker wordt de VS te betreden wanneer je een paar keer eerder door soepel langs de douane bent gekomen, maar niets is minder waar. Blijft de vraag waarom ze net mij moesten hebben. Het lullige van dit alles is dat ik klaarblijkelijk de discussie gewonneb had, maar hij degene is die mij kan weigeren in het land en met het eerste het beste vliegtuig terugsturen naar Europa. Je hele vakantie hangt af van zo iemand. In ieder geval heb ik er ervaring mee, want ze moeten me altijd hebben. Zo ben ik waarschijnlijk de enige Nederlander met een stempel van Oostenrijk in zijn paspoort, aangezien ze me niet vertrouwden in die Balkanbus.
Enfin, inmiddels al een twee dagen in Houston, meer nieuws volgt.
F