dinsdag 14 december 2010

Impressies van Lissabon, deel I

Onlangs vertrok uw reporter voor een paar dagen naar Lissabon. Deze stad ligt in Portugal en ik was er twaalf jaar geleden al eens geweest. In die tijd verplaatste ik me nog al eens liftend, sliep op campings en bezocht alles maar zo snel mogelijk om hierna weer door te kunnen trekken. Tegenwoordig kom ik met het vliegtuig, slaap in een hostel en wil langere tijd op een bestemming zijn om deze goed te leren kennen. Wanneer deze trend zich doorzet, vlieg ik over twaalf jaar met een privéjet naar Portugal, verblijf in het Hilton en wel voor drie maanden (om zaken te doen). Niettemin was ik nu nog afhankelijk van TAP Portugal Airlines. Met uitzondering van een niet nader te noemen Turkse maatschappij, ben ik over alle vliegbehandelingen waarmee ik vloog goed te spreken. Zo ook over de TAP. De vlucht vertrok weliswaar een uur te laat, maar dit lag niet aan hen (zo werd tenminste medegedeeld). Tijdens de vlucht kregen we een broodje aangeboden, dat niet alleen warm was, maar tevens een soort van schnitzeltje op lag. Ik vond het best lekker, maar al snel hoorde je het eeuwige gemopper over het vliegtuigvoedsel. Wellicht stel ik niet zulke hoge eisen, maar ik klaag nooit over het eten in vliegtuigen. Opvallend is dat de mensen die dit wel doen, wel altijd het aangebodene opeten. Nog nooit heb ik iemand meegemaakt, die dan maar eens stelling nam en zei dat hij het broodje of warme maaltijd niet wilde hebben omdat het niet te eten is. Blijkbaar is het feit dat je het gratis krijgt toch doorslaggevend. Dat is dus makkelijk kankeren. Als je goed wil eten, doe je dat maar op de luchthaven voorafgaand aan de vlucht, maar dat is duur. Ze willen echter allemaal voor een dubbeltje op de eerste rang zitten en dus is het nooit goed. Ook is er nooit genoeg beenruimte. Als je dit wel wil, dien je maar biznizclass te vliegen of met de trein te gaan, maar dat is natuurlijk ook geen optie. Het zal nu wel duidelijk zijn, dat ik dat soort types wel kan schieten. Dezelfde personen nemen op de luchthaven van Lissabon wel rustig een taxi naar hun hotel, terwijl ik gewoon wacht op een plaatselijke bus en in een hostel plaatsneem. Hierdoor bespaar ik me zoveel geld dat ik dit soort tripjes verschillende malen per jaar kan doen en niet hoef te klagen over het te weinig in de watten gelegd worden voor weinig poen. Zo slecht hebben we het als Nederlanders doorgaans niet. Terug naar het ´gebeuren´, zoals voetbaltrainers nog wel dienen te zeggen. De aanvliegroute was prachtig voor wie in het vliegtuig zat. Je vloog echt over de stad, daar de luchthaven inmiddels door Lissabon omsloten is. Vanuit het vliegtuig zie je dan ook niet alleen wijken met alleen maar flats, maar ook de oude binnenstad. Ben hierbij wederom blij dat ik niet op een aanvliegroute naar Schiphol woon. Het geluid kende ik namelijk wel van mijn woontijd in de Bijlmer en bezoeken aan mensen op Uilenstede. De radio of TV kon niet hard genoeg staan. Buiten de luchthaven aangekomen, vond ik al snel de halte van bus 44, die zou stoppen op het Rossio-plein. Deze bus bleek niet door veel reizigers gebruikt worden, maar des te meer door lokale Lisboetas, blijkbaar werkend op de luchthaven. We reden dan ook door allerlei buitenwijken. Deze herkende ik wel van buurten in Franse steden. Het zag er niet best uit en er woonden duidelijk veel migranten. Naderhand kwamen we in het centrum van Lissabon. De gebouwen waren beter onderhouden en je zag ook meer zaken, die iets met toerisme te maken hadden. Het hostel had ik vrij snel gevonden. Uit hun website had ik al begrepen dat ze behoorlijk hip, trendy en snel waren. Dit bleek al uit het feit dat mijn reservering daadwerlijk was aangekomen. Ik kreeg een bed toegewezen in de kamer Fourrier. Alle kamers hadden namelijk namen van schrijvers. De receptionist deed het licht aan in de kamer en wist er meteen apetrots bij te vertellen dat het om een spaarlamp ging, waardoor het oplichten wat langer zou duren. Hij was alweer snel terug naar de receptie en tijdens het inspecteren van de kamer is het lampje niet meer licht gaan geven. Blijkbaar zijn spaarlampen in Portugal dusdanig energiezuinig, dat ze ook nauwelijks licht geven. Volgens mij ondermijnt dit enigszins de bedoeling van een peertje, maar klagen wilde ik dus niet snel. Wie mij kent, weet dat ik altijd het lulletje ben, wanneer het gaat om toewijzen van bedden en wederom had ik het bovenste deel van het stapelbed. Er was we een leeslampje aan gekoppeld (handig als je laat thuiskomt en anderen niet te erg wil storen). Vervelend was alleen dat mijn lampje het niet deed. Enig onderzoek leidde uit dat de punten van de stekker waren afgebroken en het dus bijzonder gevaarlijk was aan het stopcontact te zitten. Inmiddels zat er een dienstdoende dame bij de receptie (wanneer het echt link wordt, klaag ik namelijk wel) en zij verzekerde mij echter dat er iets aan gedaan zou worden, maar dit is tijdens mijn verblijf niet gebeurd. Dan maar niets lezen in bed en oppassen voor het stopcontact. Ik installeerde me vervolgens maar in de bovenste bedstede. Dit houdt zoveel in als het wekkertje klaarzetten, rugzak in de locker, bed opmaken en alvast het slaapshirtje klaarleggen. Ervaring heeft me in de loop der jaren geleerd dat het het handigst is alles klaar te hebben voor de nacht, in geval de avond langer wordt dan verwacht. Ik toog weer naar buiten en begon trek te krijgen in een pilsje. Om de hoek waren een aantal cafés op een pleintje en ik nam plaats op een terras. Het was inmiddels donker geworden, maar de temperatuur was nog altijd bijzonder aangenaam. Hiermee bedoel ik aangenaam voor Hollandse begrippen van dat moment. De Portugezen vonden het duidelijk frisjes, gezien hun kledij. Er kwam een ober bij mijn tafeltje en ik bestelde in het Portugees een biertje (uma cerveja, por favor). Alras later kreeg ik een glas met het merk SuperBock erop gedrukt. Proevend aan het spul, bleek het noch super te zijn, noch bokbier. Het is echter één van de twee nationale biermerken in het land; de andere is Sagres. Nippend aan de SuperBock, keek ik eens om me heen. Daar ik onder een luifeltje zat, was het me nog niet echt opgevallen dat het lichtjes was begonnen te regenen. In de straten waren echter wel ineens een hoop lieden zichtbaar, die paraplu´s verkochten. Deze types waren allen van Afrikaanse origine en ik had dit vaker gezien ik Zuid-Europa. Als het regent, worden er paraplu´s verkocht en zogauw de zon doorbreekt, wordt de markt van zonnebrillen aangeboord. Hoewel ik geen paraplu, noch zonnebril gekocht heb, heb ik wel respect voor deze (doorgaans zeer hoffelijke) mannen, die in hun inkomen moeten voorzien door dit soort activiteiten. Velen zullen waarschijnlijk op illegale wijze Europa zijn binnengedrongen en belanden noodgedwongen in dit soort zaken, die waarschijnlijk niet zo gek veel opleveren om naar huis te sturen naar de familie in landen als Burkina Faso of Angola. Na twee pintjes begon zich een hongertje op te dringen. Het werd tijd om te gaan happen en het liep dan ook al tegen zevenen. In mijn reisgidsje stond dat ik me aan de rand bevond van de zogenaamde Barrio-Alto, hetgeen een wijk moest zijn met ´talloze bars en restaurants´. Derhalve liep ik die richting op. Gaandeweg begon ik hardop te twijfelen aan mijn reisgids. Het kan aan mij gelegen hebben, maar die ´talloze bars en restaurants´ zag ik niet. Hierop besloot ik maar de smalle straatjes in te duiken met de hoop om meer succes. Dit kwam er ook. Daar Portugese bars en restaurants nauwelijks aan uithangborden doen, moet je erlangslopen om iets te herkennen. Er was inderdaad al het een en ander open, maar veel nog niet. In de meeste resto´s zat het personeel nog te smikkelen en andere waren bezig de tafels te dekken. Ik besefte het al snel: het was gewoon nog te vroeg! Portugezen eten pas laat en hierop passen restaurants uiteraard hun tijden aan. Het beste wat ik in dat geval kon doen was nog maar een pintje vatten in een van de inmiddels geopende kroegen, tot het tijd werd om te gaan dineren. Lopend door de buurt, kreeg ik al een aantal flyers in de hand gedrukt voot allerlei fado-avonden met diner en andere toestanden, tot ik eindelijk belandde in een kroegje met fado-muziek, asbakken en zeer goedkoop bier.
Tot zover de eerste indrukken van Lissabon. Meer volgt zo snel mogelijk.

Geen opmerkingen: